Gezond eten en de herwaardering van oorspronkelijk voedsel zijn op dit moment belangrijke zaken. Stef de Haan, agro-ecoloog aan het Internationale Aardappelcentrum (CIP) in Lima, is enthousiast over de inheemse aardappelrassen die hij in Peru, de wieg van de aardappel, ontdekt en onderzoekt. Er is veel mysterie en traditie rondom deze inheemse rassen. Maar kan dit “echte goud” van de Inca’s ons werkelijk helpen gezonder te worden?
tekst Stef de Haan | fotografie Jim Richardson
De kracht van Peru's aardappelen
Peru, een land dat al bijna 7000 jaar aardappelen verbouwt, beroemt zich er op dat het meer dan 4500 rassen van de aardappel, ‘s werelds meest favoriete groente, heeft. Deze knollen komen in allerhande vormen, kleuren en maten voor. Ze zijn niet alleen mooi om te zien, maar bevatten ook 5 keer zoveel vitaminen, caroteen, zink en antioxidanten dan de doorsnee aardappel. De opmerkelijke eigenschappen van deze inheemse rassen zijn een waardevolle bron bij het kweken van sterke en voedzame aardappelen. Ze openen in feite een hele nieuwe wereld van mogelijkheden waar het gaat om de bestrijding van armoede, ondervoeding en het waarborgen van de wereldvoedselvoorraad. Dit is nu precies waar het Internationale Aardappelcentrum (CIP) naar streeft.