Als bedrijf moeten we kunnen inspelen op veranderende eisen aan de aardappelteelt en aan veranderende omstandigheden. Wij willen de genetische diversiteit (verschillen in herkomst) van het aardappelgewas in stand houden. Daarmee blijft deze natuurlijke rijkdom ook voor toekomstige generaties beschikbaar. Voor de wereldvoedselvoorziening is deze diversiteit heel belangrijk.
Er kunnen nieuwe ziekten en plagen ontstaan, het klimaat verandert en de wereldbevolking groeit. Ook neemt de vraag naar duurzame productie toe en veranderen wensen van consumenten. De oplossing voor nieuwe vraagstukken is soms te vinden in de eigenschappen van oude rassen, in planten in andere landen (in landbouwsystemen of daarbuiten) of in genenbanken.
Onze focus ligt op:
- Samenwerken met genenbanken
- Breeders’ exemption
- Naleven van het Nagoya Protocol en International Treaty
- Ontwikkelen van nieuwe aardappelrassen zodat genetische diversiteit behouden blijft